8 tips om het meeste uit je WiFi te halen

Het internet is een belangrijk deel van ons leven geworden. Sinds dat de smartphone in het dagelijks leven is gekomen zijn mensen het heel normaal gaan vinden om overal een verbinding met internet te hebben. Er is dan niks zo frustrerend als een trage of slechtwerkende verbinding.

De 802.11 WiFi-standaard werd in 1997 vastgesteld door het Institute of Electrical and Electronic Engineers (IEEE). Omdat dit instituut vooral bestuurd wordt door techneuten verzinnen bij graag wat ingewikkeldere termen voor hun standaarden. Je hebt verschillende WiFi versies, namelijk: 802.11a, 802.11b, 802.11g, 802.11n en 802.11ac.

Over het algemeen geldt hoe hoger de letter, hoe sneller de standaard. De meest recente veelgebruikte WiFi standaard is 802.11ac.

 

 

Tip 1: Gebruik kabels

‘Kabels?’ Vraag je je nu waarschijnlijk af, ‘dit is toch een blog over WiFi?’. Dat is ook zo maar toch is het handig om waar mogelijk kabels neer te leggen. Apparaten zullen altijd sneller zijn met een kabel, hoge snelheiden van 1000 Mbit (een Gigabit) zijn bijvoorbeeld alleen te halen via kabels.

Tip 2: Maak gebruik van 2.4 en 5 GHz

Als je je wilt verdiepen in de techniek achter WiFi krijg je een grote dosis aan natuurkundige informatie te verwerken. Draadloos internet wordt bijvoorbeeld verstuurd als radiogolven en vertoont daarom hetzelfde gedrag als bijvoorbeeld straling van een mobiele telefoon of een radio.

Bij de meeste routers krijg je de keuze tusen 2.4 en 5 GHz. Ze hebben allebei hun voor en nadelen, hoge frequenties maken bijvoorbeeld meer bandbreedte en dataoverdracht mogelijk, terwijl lage frequentie zich over langere afstanden kunnen verplaatsen. Ze kunnen ook beter door muren breken, vaak zijn ze ook minder storingsgevoelig.

 

(zou je zo iets kunnen maken met de kleuren van De Netwerk Specialist en misschien een LigoWave access point?)

Hoger is dus niet per se beter, wie graag een stabiele verbinding heeft moet kiezen voor 2.4 GHz. Verbindingen over 5 GHz maken vaak meer snelheid mogelijk maar de kans dat je verbinding last heeft van omgevingsfactoren is ook veel groter.

Tip 3: Zoek een geschikte plek

WiFi krijgt veel te verduren, in een woonhuis maar ook bij bedrijven. Plafonds, muren en afstanden zijn dingen die een zuiver signaal kunnen verstoren. Daarom moet je een geschikte plek vinden voor je router.

Signalen gaan voor een deel door muren heen, het andere deel wordt afgeketst en dat resulteert in een soort van echo.

Waar moet je hem dan plaatsen? Wij geven je een paar voorbeelden:

• Probeer de router in het midden van de kamer de plaatsen.
• Niet op de vloer, probeer hem zo hoog mogelijk neer te zetten of te hangen.
• Zo ver mogelijk van het signaal van de buren vandaan.
• Uit de buurt van draadloze telefoons.
• Niet in de buurt van een magnetron

Tip 4: Houdt rekening met diverse stoorzenders

Signalen die door de lucht bewegen zorgen voor veel storing. Je kunt het vergelijken met de televisies van vroeger, als er slecht weer werkte hij niet goed. Bij WiFi is dat ook het geval, alleen komt dit meestal niet door slecht weer. Hier volgen een aantal voorbeelden:

• Draadloze base stations
• Oppervlaktes van metaal of gewapend beton
• Babyfoons
• Bluetooth-apparaten
• Draadloze beveiligingsapparaten
• Hogespanningsbronnen zoals elektriciteitsmasten, generators etc.
• Andere WiFi apparatuur

Maar ook minder voor de hand liggende apparatuur kan invloed hebben op het signaal. Het zijn rare voorbeelden maar er zijn echt mensen die problemen ondervonden met één van de onderstaande objecten.

• Stofzuigers
• Aquaria
• Gitaarversterkers
• Magnetrons
• Ovens

Tip 5: Meet de sterkte van het signaal

Dit is iets wat je waarschijnlijk ooit wel hebt gedaan, even simpel op speedtest.net kijken hoe goed je verbinding is. Als je dit doet via een vaste desktop zal je vrijwel altijd hetzelfde resultaat behalen. De sterkte van het signaal zal niet heel erg verschillen. Daarom kan je het beste de app downloaden voor Android of iOS. Dan kan je dus rondlopen en kijken of in elke kamer de verbinding even goed is.

Tip 6: Het juiste kanaal selecteren

Dit hebben we al eens genoemd in een andere blog, maar het kan helpen om je router in te stellen op een ander kanaal. Bepaalde kanalen kunnen bijvoorbeeld erg druk zijn, je buren kunnen bijvoorbeeld op dit kanaal zitten. Dat zorgt dan voor een slechtere verbinding. De meeste routers doen dit automatisch, maar ze selecteren niet altijd het beste kanaal. Om dit te veranderen moet je simpelweg inloggen op je router, dan zal je waarschijnlijk iets zien wat klinkt als ‘kanaalinstellingen’. Selecteer dit en zoek de instellingen.

Tip 7: Probeer de laatste technologie te gebruiken

Optimale snelheid is alleen mogelijk als alle apparatuur beschikt over de laatste standaarden. Je router zal zich altijd zo aanpassen dat elk apparaat de best mogelijke verbinding heeft. Dat betekent helaas wel dat een trage laptop of oude smartphone  het hele huishouden tegen kan zitten. De verbinding werkt dan namelijk automatisch op de snelheid van het apparaat met de laagste verbinding

Tip 8: installeer repeaters

Als je een groot huis of bedrijf hebt kan het handig zijn om repeaters aan te schaffen, deze zogeheten repeaters werken eigenlijk vrij simpel. Ze herhalen het signaal van de router op verschillende plekken door het gebouw zodat je overal goede WiFi hebt.

Je hoeft echter geen repeater op zolder te plaatsen als je daar WiFi wilt, je kunt simpelweg gewoon een repeater op een tussenverdieping plaatsen. Dit zal veel beter werken.